fopperij
Nederlands
Woordafbreking
- fop·pe·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fopperij | fopperijen |
verkleinwoord | fopperijtje | fopperijtjes |
Zelfstandig naamwoord
fopperij v [1]
- iets waarmee je iemand probeert te foppen, te bedriegen of beet te nemen
- Tegenstanders zeggen dat de Grondwet nu via de achterdeur toch is ingevoerd, omdat in het opvolgingsverdrag van Lissabon eigenlijk hetzelfde staat. Is het fopperij? [2]
- Dit soort fopperij is onverdedigbaar, gezien de maatschappelijke kosten van de overmatige consumptie van suiker, zout en vet. Het Europees Hof van Justitie verbood in 2015 misleidende suggesties op verpakkingen: 'De etikettering van een levensmiddel mag de consument niet misleiden door de indruk te wekken dat het een ingrediënt heeft dat het in werkelijkheid niet bevat.' [3]
Synoniemen
- flessentrekkerij, geknoei, misleiding, bedrog, bedrog, afzetterij, verlakkerij, verneukerij, goochelarij, bedriegerij, truc
Gangbaarheid
- Het woord fopperij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fopperij' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- HP de Tijd 29 MEI 2009 ‘Brussel heeft geen gezicht’
- Het Parool JAAP SEIDELL 1 FEBRUARI 2018 Antwoord op al je vragen over voeding en gezondheid
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.