fixeer
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
fixeer o
- (fotografie) zout (natriumthiosulfaat of ammoniumthiosulfaat) voor het fixeren van foto's, een fixeerzout
Afgeleide begrippen
- fixeermiddel
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fixeren |
fixeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fixeren
- Ik fixeer.
- gebiedende wijs van fixeren
- Fixeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fixeren
- Fixeer je?
Gangbaarheid
- Het woord fixeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fixeer' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.