feta

Nederlands
1. soort schapenkaas uit Griekenland
Uitspraak
  • Geluid:  feta    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈfɛta /
Woordafbreking
  • fe·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • van Grieks φέτα (féta) dat teruggaat op Italiaans fetta "plak", vanaf de jaren '70 in het Nederlands aangetroffen (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord feta feta's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

feta m

  1. (voeding) soort schapenkaas uit Griekenland
    • Feta uit Griekenland is er al voor ƒ 1,35 per ons. [2]

Gangbaarheid
  • Het woord feta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. feta op website: Etymologiebank.nl
  2. Es, T. van "Kort culinair nieuws" in: Het Parool jrg. 36 nr. 9975 (28 juli 1977); p. 11 kol. 7; geraadpleegd 2018-10-02

Nynorsk
Woordafbreking
  • fe·ta

Zelfstandig naamwoord

feta, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van fet
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.