fenomeen
Nederlands
Woordafbreking
- fe·no·meen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verschijnsel’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fenomeen | fenomenen |
verkleinwoord | fenomeentje | fenomeentjes |
Zelfstandig naamwoord
fenomeen o
- een verschijnsel
- uniek verschijnsel, zeldzaam verschijnsel
- buitengewoon persoon
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een verschijnsel
Gangbaarheid
- Het woord fenomeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fenomeen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- fe·no·meen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.