femel
Nederlands
Woordafbreking
- fe·mel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mannelijke hennep’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | femel | femels |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord femel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'femel' herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.