femelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·me·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zoetsappig zeuren’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
femelen
femelde
gefemeld
zwak -d volledig

Werkwoord

femelen

  1. inergatief zoetsappige en zeurderige praatjes houden
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord femelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.