feitelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fei·te·lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen feitelijkfeitelijkerfeitelijkst
verbogen feitelijkefeitelijkerefeitelijkste
partitief feitelijksfeitelijkers-
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van feit met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Bijvoeglijk naamwoord

feitelijk

  1. zo niet op papier dan toch wel in werkelijkheid
    • Dit is een feitelijke erkenning van zijn ongelijk. 
  1. eigenlijk.
Vertalingen

Bijwoord

feitelijk

  1. zo niet op papier dan toch wel in werkelijkheid
    • Hij heeft feitelijk niets meer te vertellen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord feitelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.