feesttent
Nederlands
Woordafbreking
- feest·tent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest zn en tent zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feesttent | feesttenten |
verkleinwoord | feesttentje | feesttentjes |
Zelfstandig naamwoord
feesttent v/m
- een tent die ontworpen is voor gebruik tijdens een feest of een evenement
- ‘Wij zijn heel lang, veel te lang, beschouwd als eendagsvliegen, met de legendarische hysterie zoals die in de feesttent van Kessel-Lo. Maar in 1995, ten tijde van Oker, is er iets veranderd.[1]
- De organisatie speelt in op de sfeer van de derde helft. Vorig jaar werd het concept voor het eerst georganiseerd. Met artiesten als Django Wagner, Dirk Meeldijk, Frans Duijts en Koos Alberts was de feesttent uitverkocht.[2]
Gangbaarheid
- Het woord feesttent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'feesttent' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Standaard 9 DECEMBER 2017
- Tubantia 13-DECEMBER-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.