feestjurk
Nederlands
![](../I/m/Celje_(8626531793).jpg)
Woordafbreking
- feestĀ·jurk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest en jurk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestjurk | feestjurken |
verkleinwoord | feestjurkje | feestjurkjes |
Zelfstandig naamwoord
feestjurk v/m
- een mooie jurk vooral geschikt om er mee naar een feest te gaan
- De vrouw had een speciale feestjurk gekocht voor het feest.
Gangbaarheid
- Het woord feestjurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'feestjurk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.