familiefeest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: familiefeest (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /fɑ.ˈmi.li.ˌfest/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /fɑ.ˈmi.li.ˌfest/
Woordafbreking
- fa·mi·lie·feest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van familie en feest
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familiefeest | familiefeesten |
verkleinwoord | familiefeestje | familiefeestjes |
Zelfstandig naamwoord
familiefeest o
- een feest dat samen met familie gevierd wordt
- Op oma's verjaardag werd altijd een familiefeest georganiseerd.
Vertalingen
1. een feest dat samen met familie gevierd wordt
Gangbaarheid
- Het woord familiefeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.