faience

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fai·en·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘soort aardewerk’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • van het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord faience faiences
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

faience v / m [3]

  1. wit geglazuurd en beschilderd aardewerk, oorspronkelijk uit Faenza (Italië)
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord faience staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
22 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.