exportmarkt
Nederlands
Woordafbreking
- ex·port·markt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van export zn en markt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exportmarkt | exportmarkten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
exportmarkt v/m [1]
- de buitenlandse afnemers aan wie men die goederen en diensten kan verkopen
- De omzet steeg vorig kwartaal met 1,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. Op de exportmarkt, goed voor 60 procent van de totale markt, nam de omzet met 3 procent toe, terwijl de binnenlandse opbrengsten stabiliseerden. De hogere omzet kwam mede doordat het derde kwartaal een werkdag meer telde dan vorig jaar. [2]
- ING-econoom James Knightley gaf aan dat gezien de stijgende werkgelegenheid, het duidelijke herstel op de huizenmarkt en de aantrekkende economie van de eurozone - de belangrijkste exportmarkt voor Groot-Brittannië - er een goede kans is dat de Britse economie dit jaar met 3 procent zal groeien. [3]
- Vooral in de Europese Unie werd beduidend minder Belgisch bier verkocht, meldde de Vlaamse krant De Tijd woensdag. Als belangrijkste oorzaak geldt een accijnsverhoging in Frankrijk, veruit de grootste exportmarkt voor Belgisch bier. [4]
Gangbaarheid
- Het woord exportmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 27-11-13 Omzet industrie neemt toe
- Tubantia 28-01-14 Sterkste groei Britse economie sinds 2007
- Tubantia 11-06-14 Belgisch bier minder in trek: export daalt met 5 procent
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.