examentijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • exa·men·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord examentijd examentijden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

examentijd m

  1. (onderwijs) de tijd van het jaar dat vele examens gehouden worden
    • Het is weer examentijd en ik heb net m'n examen samengesteld. 

Gangbaarheid

  • Het woord examentijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.