evenbeeld
Nederlands
Woordafbreking
- even·beeld
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘die sprekend lijkt op een ander’ voor het eerst aangetroffen in 1557 [1]
- samenstelling van even en beeld [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evenbeeld | evenbeelden |
verkleinwoord | evenbeeldje | evenbeeldjes |
Zelfstandig naamwoord
evenbeeld o
- iets dat sprekend op iets of iemand gelijkt
- Die man is echt het evenbeeld van je vader.
Gangbaarheid
- Het woord evenbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'evenbeeld' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.