etaleren
Nederlands
Woordafbreking
- eta·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
etaleren |
etaleerde |
geëtaleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
etaleren [2]
- overgankelijk uitstallen, tentoonspreiden
- In een cursus kan de kunst van het etaleren geleerd worden.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord etaleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'etaleren' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.