etaleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eta·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
etaleren
etaleerde
geëtaleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

etaleren [2]

  1. overgankelijk uitstallen, tentoonspreiden
    • In een cursus kan de kunst van het etaleren geleerd worden. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord etaleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.