erfstuk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • erf·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erfstuk erfstukken
verkleinwoord erfstukje erfstukjes

Zelfstandig naamwoord

erfstuk o

  1. een veelal kostbaar goed van van generatie op generatie door vererving overgegeven wordt
    • Dat is nog een erfstuk van mijn overgrootvader. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord erfstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord erfstuk erfstukke

Zelfstandig naamwoord

erfstuk

  1. erfstuk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.