epitaaf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·taaf
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van 'epitafium' [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord epitaaf epitafen
verkleinwoord epitaafje epitaafjes

Zelfstandig naamwoord

epitaaf m / o

  1. grafschrift
    • Confusion will be my epitaph.
      As I crawl a cracked and broken path
      If we make it we can all sit back and laugh.
      But I fear tomorrow I'll be crying,
      Yes I fear tomorrow I'll be dying.

      King Crimson
       
  1. grafsteen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord epitaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.