enormiteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • enor·mi·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grote blunder’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
  • afgeleid van enorm met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord enormiteit enormiteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

enormiteit v [3]

  1. blunder
  2. grote omvang
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord enormiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.