embryo

Nederlands

menselijk embryo
Uitspraak
Woordafbreking
  • em·bryo
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘kiem’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord embryo embryo's
verkleinwoord embryootje embryootjes

Zelfstandig naamwoord

embryo o [3]

  1. (medisch) een organisme in het eerste ontwikkelingsstadium na de bevruchting
    • Het gebruiken van embryo's voor de wetenschap roept ethische vragen op. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord embryo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.