elektroshock
Nederlands
Woordafbreking
- elek·tro·shock
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektroshock | elektroshocks |
verkleinwoord | elektroshockje | elektroshockjes |
Zelfstandig naamwoord
elektroshock m
- (medisch) door een elektrische stroomstoot die door de schedel geleid wordt, opgewekte shock, als behandeling van een psychische stoornis
Synoniemen
- elektroconvulsietherapie, elektroshocktherapie, shocktherapie
Afgeleide begrippen
- elektroshockapparaat, elektroshockapparatuur
Gangbaarheid
- Het woord elektroshock staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'elektroshock' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.