eindtoets
Nederlands
Woordafbreking
- eind·toets
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eind en toets
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eindtoets | eindtoetsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
eindtoets m
- een laatste examen of toetsing (op de lagere school)
- De zomerschool, die draait op subsidie van de gemeente én het stadsdeel, moet de leerlingen ook helpen in groep acht de eindtoets goed te maken. Voorheen was deze toets, vaak die van Cito, bepalend voor het vervolgonderwijs. Nu is het schooladvies doorslaggevend. Dus het oordeel van de juf of meester telt. „En aangezien veel adviezen al in groep zeven worden gegeven, vragen ouders nu of we de zomerschool volgend jaar voor kinderen uit groep zes kunnen organiseren.” Dat overweegt de organisatie dan ook. [1]
Gangbaarheid
- Het woord eindtoets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eindtoets' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Juliette Vasterman 5 augustus 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.