eikenhout

Nederlands

Eikenhouten biervaten
Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·ken·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eikenhout
verkleinwoord eikenhoutje eikenhoutjes

Zelfstandig naamwoord

eikenhout o [1]

  1. hout afkomstig van de eik waar veel meubels van gemaakt zijn
    • Ik zou dus zeggen: geef iedereen gewoon een eigen eikenhouten bureau met zo’n groen leren vloeiblad, een globe, een Chesterfield bank, een schemerlamp, een voetenstoof, een opgezette eekhoorn en een koperen bordje met naam en functietitel waar je al je spullen uit je rolkoffer kan neerzetten én kan laten staan. Ik durf te wedden dat het aantal burnouts erdoor met de helft afneemt. Want een werkplek is geen onpersoonlijk leeg bureau met de uitstraling van een vliegveldtoilet. Een werkplek is wie we zijn, ons thuis, een spiegel van onze identiteit. Ontneem ons onze identiteit, en je krijgt er kleurloos werk voor terug. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord eikenhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Japke-d. Bouma 6 december 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.