eidooier
Nederlands
Woordafbreking
- ei·dooi·er
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ei en dooier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eidooier | eidooiers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
eidooier m
- (voeding) het binnenste, gele deel, van een ei
- Voor de bereiding van veel gerechten moet je de eidooier van het eiwit scheiden.
Vertalingen
1. het binnenste, gele deel, van een ei
|
Gangbaarheid
- Het woord eidooier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eidooier' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.