eerwraak
Nederlands
Woordafbreking
- eer·wraak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eer zn en wraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eerwraak | eerwraken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
eerwraak v / m
- uit het gewoonterecht voortvloeiend recht en plicht(!) om de familie-eer te zuiveren door moord op de schender of degene die schuldig bevonden wordt aan het eerverlies
- de verkrachte vrouw werd om redenen van eerwraak door haar echtgenoot vermoord
Gangbaarheid
- Het woord eerwraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eerwraak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.