eenzaam

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·zaam
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘alleen’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • Afgeleid van één met het achtervoegsel -zaam.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen eenzaameenzamereenzaamst
verbogen eenzameeenzamereeenzaamste
partitief eenzaamseenzamers-

Bijvoeglijk naamwoord

eenzaam

  1. gebrek aan gezelschap ondervindend
    • De eenzame weduwnaar raakte aan de drank. 
  1. zonder veel mensen dus rustig en stil
    • Ik fiets en wandel graag over eenzame wegen en paden in Twente. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eenzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.