duren
Nederlands
Woordafbreking
- du·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tijd in beslag nemen, voortduren’ voor het eerst aangetroffen in 1220 [1]
- afgeleid van het Franse durer [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
duren /'dyːrə(n)/ |
duurde /'dyːrdə/ |
geduurd /ɣə'dyːrt/ |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
duren
- absoluut een bepaalde tijd in beslag nemen
- De kerkdienst duurde vrij lang deze zondag.
- De film duurde anderhalf uur.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een bepaalde tijd in beslag nemen
Gangbaarheid
- Het woord duren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'duren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.