duimschroef

Nederlands

Duimschroef uit de Gevangenpoort
Uitspraak
Woordafbreking
  • duim·schroef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duimschroef duimschroeven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

duimschroef v/m [2]

  1. martelwerktuig waarbij men de duim knelt in een schroef met als doel bij iemand een bekentenis af te dwingen
    • Met behulp van duimschroef en gloeiende pek dwingen overijverige gerechtsdienaren hun willekeurige slachtoffers tot elke gewenste bekentenis. Zuipen, rondhoereren en op het juiste moment de benen nemen, zo ziet een middeleeuws leven er uit in Jancars roman.[3] 
Hyperoniemen
  • [1] martelwerktuig
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand de duimschroeven aandraaien
iemand door lastige vragen in het nauw brengen
- ‘Dat Ahold-gedoe gaat nog jaren duren. Ik ga me daarin vastbijten, ik heb ze nu nog vrij losjes in de tanden.’ Dat zei Pieter Lakeman eind 2003 in een interview met NRC Handelsblad. Gisteren werd bekend dat de losse beet uit 2003 inmiddels is veranderd in een bijna volledig aangedraaide duimschroef. Sobi maakte bekend dat het accountantskantoor Deloitte en vier oud-bestuurders van Ahold voor de rechter daagt. De stichting houdt hen verantwoordelijk voor de boekhoudfraude bij het supermarktconcern en de schade die de aandeelhouders daarvan ondervonden. [4]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord duimschroef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. duimschroef op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Laura Starink 28 juli 1995
  4. Volkskrant Wouter Keuning 23 februari 2008
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.