dubbelspel
Nederlands
Woordafbreking
- dubĀ·belĀ·spel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dubbel en spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbelspel | dubbelspelen dubbelspellen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
dubbelspel o [1]
- (spel) (sport) partij van twee tegen twee
- situatie waarbij iemand voor twee partijen speelt (-> dubbelspion)
Hyponiemen
- damesdubbelspel
Gangbaarheid
- Het woord dubbelspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dubbelspel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.