dubbelpion

8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Een dubbelpion op c2/c3 en f3/f4 in de partij tussen Swidler en Kramnik (Moskou 2005).

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  dubbelpion    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈdʏbəlpiˌjɔn /
Woordafbreking
  • dub·bel·pi·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelpion dubbelpionnen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dubbelpion m

  1. (schaak) twee pionnen van dezelfde speler die achter elkaar op één lijn staan (doordat met een van die pionnen is geslagen)
    • We hebben nu allebei een officier verloren, die evenveel waard zijn, nl. drie pionnen. Maar nu moet je eens op je pionnen letten. Wat zie je op de c-lijn? Daar staan twee pionnen achter elkaar, één op c2 en één op c3. Dat noemen de schakers een dubbelpion. En dit moet je goed onthouden, Jan: meestal is een dubbelpion een zwakke plek in je spel. Een dubbelpion is dus meestal nadelig. [2]
Vertalingen
    twee pionnen van dezelfde speler die achter elkaar op één lijn staan   

Gangbaarheid
  • Het woord 'dubbelpion' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Loon, A. & M. Euwe Oom Jan leert zijn neefje schaken. 9e druk (1968) Van Goor Zonen, Den Haag Brussel; p. 69; geraadpleegd 2018-09-23
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.