druil

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • druil
enkelvoud meervoud
naamwoord druil druilen
verkleinwoord druiltje druiltjes

Zelfstandig naamwoord

druil m

  1. (scheepvaart) de achterste mast op een loggergetuigd schip
  2. (scheepvaart) het zeil aan de achterste mast op een loggergetuigd schip
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
druilen

druil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van druilen
    • Ik druil. 
  2. gebiedende wijs van druilen
    • Druil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van druilen
    • Druil je? 

Gangbaarheid

  • Het woord druil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.