dorpscafé
Nederlands
![](../I/m/Overzicht_voorzijde_caf%C3%A9_De_Viersprong%2C_met_terras_-_Borne_-_20426993_-_RCE.jpg)
dorpscafé in Borne
Woordafbreking
- dorps·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dorp en café met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpscafé | dorpscafés |
verkleinwoord | dorpscafeetje | dorpscafeetjes |
Zelfstandig naamwoord
dorpscafé
- een uitgaansgelegenheid in een dorp waar dorpsbewoners de belangrijkste bezoekers zijn
- Waar heb je het tappen geleerd? „In het dorpscafé van De Rips. Daar begon ik op mijn vijftiende als afwasser en later werkte ik achter de bar en in het restaurant.” [1]
Gangbaarheid
- Het woord dorpscafé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dorpscafé' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Margot Poll 10 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.