dorpeling
Nederlands
Woordafbreking
- dor·pe·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpeling | dorpelingen |
verkleinwoord | dorpelingetje | dorpelingetjes |
- Er waren dorpelingen die vonden dat je in een National Park niet moet bouwen.[1]
Verwante begrippen
- dorpelinge
Gangbaarheid
- Het woord dorpeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dorpeling' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Titia Ketelaar 29 augustus 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.