doordrukken

• Geluid:  doordrukken    (hulp, bestand)

• door·druk·ken

• samenstelling van  door   en  drukken  

doordrukken [1]

1. iets ergens doorheen drukken

1. • Ik moest de tablet uit de doordruk strip door de folie drukken [2] 

2. je mening opleggen aan anderen

1. • Onze directeur heeft zonder pardon zijn eigen mening er doorgedrukt zonder overleg met zijn teammanagers.  

1. • De Israëlische ambassadeur in Amerika Ron Dermer zei zelfs dat hij bewijs heeft dat Obama persoonlijk bij het doordrukken van stemming over de resolutie betrokken was en dat hij dat bewijs aan diens opvolger Donald Trump zou overhandigen. [3] 

• [1] doorduwen, doordouwen, doorbijten
• [2] drammen, aandringen, doordrammen, doordrijven, doorzetten, zeuren, forceren, afdwingen

• Het woord doordrukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doordrukken' herkend door: