doolhof
![](../I/m/Hedge_Maze%2C_St_Louis_Botanical_Gardens_(St_Louis%2C_Missouri_-_June_2003).jpg)
[1] Een doolhof
Nederlands
Woordafbreking
- dool·hof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dool ww en hof
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doolhof | doolhoven |
verkleinwoord | doolhofje | doolhofjes |
Zelfstandig naamwoord
doolhof o (soms m)
- een stelsel van paden of dwaalwegen, zodanig aangelegd dat men daarin moeilijk de weg kan vinden
- De jongen was verdwaald in het doolhof, wat natuurlijk niet zo vreemd was.
- (figuurlijk) een ingewikkelde zaak
- Hij was verdwaald in het doolhof van regelgeving.
Vertalingen
1. een stelsel van paden of dwaalwegen, zodanig aangelegd dat men daarin moeilijk de weg kan vinden
2. een ingewikkelde zaak
Gangbaarheid
- Het woord doolhof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doolhof' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.