domstad

Nederlands

domstad Utrecht
Uitspraak
Woordafbreking
  • dom·stad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord domstad domsteden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

domstad v/m

  1. een stad met een kathedraal (in Nederland wordt meestal Utrecht bedoeld, in Duitsland gaat het meestal over Aken of Keulen)
    • Het incident begon 's middags in een vestiging van McDonald's op het drukke treinstation van de Duitse domstad, aldus de politie vanavond op een persconferentie. De man - wiens identiteit nog niet bekend is - gooide met een molotovcocktail, waardoor een meisje van 14 jaar brandwonden opliep. [1] 
    • Burgemeester Jan van Zanen, aanwezig tijdens de opening, is verguld. ,,Voor de vele startups in deze stad is dat ongelooflijk belangrijk.” Dat is hij ook met het nieuwe hoofdkantoor, waar 1.600 van de 8.000 medewerkers van het telecombedrijf komen te werken. De domstad troefde daarmee Amsterdam af. [2] 
Synoniemen
  • bisschopsstad

Gangbaarheid

  • Het woord domstad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.