dividend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·vi·dend
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘periodieke winstuitkering’ voor het eerst aangetroffen in 1745 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dividend dividenden
verkleinwoord dividendje dividendjes

Zelfstandig naamwoord

dividend o [3]

  1. (financieel) uitkering van (een deel van de) winst aan de aandeelhouders van een onderneming
    • Over het dividend hoef je geen belasting te betalen, maar over de waarde van de aandelen wel. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • dividendbelasting, dividendbewijs, dividendblad, dividendrendement, dividendreserve, dividendstop, dividenduitkering, dividendvrijstelling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dividend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.