distributie
Nederlands
Woordafbreking
- dis·tri·bu·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verdeling’ voor het eerst aangetroffen in 1531 [1]
- Naamwoord van handeling van distribueren met het achtervoegsel -tie
- afgeleid van het Franse distribution of daarvoor van het Latijnse 'distributio' (verdeling) (met het voorvoegsel dis-)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | distributie | distributies |
verkleinwoord |
Hyponiemen
- benzinedistributie, gasdistributie, herdistributie, kaartendistributie, massadistributie, radiodistributie, snelheidsdistributie, suikerdistributie, teledistributie, vetdistributie, voedseldistributie, warmtedistributie, woningdistributie, woorddistributie
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. verdeling, verspreiding
Gangbaarheid
- Het woord distributie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'distributie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.