dipsaus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dip·saus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dipsaus dipsausen, dipsauzen
verkleinwoord dipsausje dipsausjes

Zelfstandig naamwoord

dipsaus v/m

  1. (voeding) een saus die bedoeld is om voedsel (zoals snacks) in te dippen
    • De dipsaus mag per snack slechts één keer gedipt worden om geen speeksel en mondbacteriën in de saus te krijgen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord dipsaus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.