difterie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dif·te·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘slijmvliesontsteking’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord difterie -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

difterie v

  1. (medisch) infectieziekte
    • Difterie was voordat vaccinatie algemeen gebruikelijk werd een van de meest voorkomende doodsoorzaken bij kinderen 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord difterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.