dierenwinkel
Nederlands
Woordafbreking
- die·ren·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dier en winkel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dierenwinkel | dierenwinkels |
verkleinwoord | dierenwinkeltje | dierenwinkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
dierenwinkel m
- winkel waar huisdieren, hun voeder en middelen voor het houden van dieren verkocht worden
Gangbaarheid
- Het woord dierenwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dierenwinkel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.