dierenhaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ren·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierenhaar dierenharen
verkleinwoord dierenhaartje dierenhaartjes

Zelfstandig naamwoord

dierenhaar o

  1. een haar van een zoogdier
    • Veel mensen zijn allergisch voor dierenharen en kunnen dan ook geen huisdieren houden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'dierenhaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.