dierendag

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ren·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierendag dierendagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dierendag m

  1. een dag die wereldwijd op de agenda staat als een moment waarop extra aandacht wordt besteed aan de dieren, jaarlijks op 4 oktober.
    • Wat is het nut van dierendag, behalve het spekken van de kas van de commerciële jongens?[1] 
Schrijfwijzen
  • Dierendag
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dierendag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Extra aandacht op dierendag is altijd prima, De Stentor, 4 oktober 2007
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.