diacones
Nederlands
Woordafbreking
- di·a·co·nes
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pleegzuster’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
- afgeleid van diaconie met het achtervoegsel -es [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diacones | diaconessen |
verkleinwoord | diaconesje | diaconesjes |
Gangbaarheid
- Het woord diacones staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'diacones' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.