deukhoed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deuk·hoed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deukhoed deukhoeden
verkleinwoord deukhoedje deukhoedjes

Zelfstandig naamwoord

deukhoed m [1] [2]

  1. (kleding) hoed die van boven ingedrukt is

Gangbaarheid

  • Het woord deukhoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.