deuken
Nederlands
Woordafbreking
- deu·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een buts maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1772 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
deuken |
deukte |
gedeukt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
deuken
- overgankelijk een deuk of deuken maken in iets
- Tot zijn schrik merkte hij dat zijn nieuwe wagen gedeukt was.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord deuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deuken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.