destabiliseren
Nederlands
Woordafbreking
- de·sta·bi·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
destabiliseren |
destabiliseerde |
gedestabiliseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
destabiliseren
- ergatief zijn stabiliteit verliezen
- Daarmee destabiliseerde het land.
- overgankelijk zijn stabiliteit doen verliezen
- Daarmee destabiliseerden zij het land.
Gangbaarheid
- Het woord destabiliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'destabiliseren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.