design
Nederlands
Woordafbreking
- de·sign
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ontwerp’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
- leenwoord uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | design | designs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
design o
- vormgeving van een product vooral als dat extra aandacht heeft gehad
- In het frame - dat een strak en herkenbaar design heeft - zit de 418 Wh accu. Die helpt je 60 tot 120 km met fietsen. De motor zit in het voorwiel weggewerkt, is stil en geeft je het gevoel dat je zelf al het werk doet. Toch zit je al snel op het maximum van 25 km per uur. Zet de fiets op Amerikaanse instellingen en de motor helpt je tot 32 km per uur.[2]
- patroon van een stof
- Dit jurkje is gemaakt van een stof met een bloemetjes design.
- opzet van een onderzoek
Hyponiemen
- gamedesign, intelligent design, interieurdesign, onderzoeksdesign, productdesign, webdesign
Afgeleide begrippen
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
designen |
design
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van designen
- Ik design.
- gebiedende wijs van designen
- Design!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van designen
- Design je?
Gangbaarheid
- Het woord design staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'design' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- Geluid: design (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /dɪˈzaɪn/
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to design |
he/she/it | designs |
verleden tijd | designed |
voltooid deelwoord |
designed |
onvoltooid deelwoord |
designing |
gebiedende wijs | design |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.