dennenscheerder
Nederlands
Woordafbreking
- den·nen·scheer·der
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstellende afleiding van den met het invoegsel -en- en de stam van scheren met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dennenscheerder | dennenscheerders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dennenscheerder m
- (insecten) Tomicus piniperda L. syn. Blastophagus piniperda is een schorskever die leeft op met name de grove den, die van nature voorkomt in Europa en van daaruit in 1992 verder naar Noord-Amerika verspreid is
- De larve van de dennenscheerder vreet de takken van de den van binnenuit op, waardoor de boom een geschoren indruk gaat maken.
Gangbaarheid
- Het woord dennenscheerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.