delirium
Nederlands
Woordafbreking
- de·li·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘waanzinnigheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1660 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | delirium | deliria, deliriums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
delirium o
- (medisch) waanzinnigheid, acuut psychische stoornis ten gevolge van lichamelijke aandoening, vergiftiging of onthouding van middelen
Vertalingen
1. waanzinnigheid, acuut psychische stoornis ten gevolge van lichamelijke aandoening, vergiftiging of onthouding van middelen
Gangbaarheid
- Het woord delirium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'delirium' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.