definitief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  definitief    (hulp, bestand)
  • IPA: /definitif/, /defini'tif/
Woordafbreking
  • de·fi·ni·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘blijvend’ voor het eerst aangetroffen in 1748 [1]
  • afgeleid van definitie met het achtervoegsel -ief
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen definitiefdefinitieverdefinitiefst
verbogen definitievedefinitieveredefinitiefste
partitief definitiefsdefinitievers-

Bijvoeglijk naamwoord

definitief

  1. voorgoed geldig, onherroepelijk
    • De verkiezingen van 2008 gaven een definitief en bevestigend antwoord op de vraag of iemand van Afrikaanse komaf Amerikaans president kan worden. 
Antoniemen
  1. voorlopig, tijdelijk
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord definitief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.